In de criteria worden verschillende begrippen gehanteerd. De belangrijkste en meest gebruikte begrippen zijn hier gedefinieerd.
Naastenbeleid : In naastenbeleid wordt vastgelegd: de voorwaarden en de manier waarop de familie en/of naastbetrokkenen van de cliënt(en) benaderd en betrokken worden door de GGz Praktijk met als doel het behandelproces te verbeteren.
Naasten: Alle naasten die betrokken zijn bij de zorg voor de cliënt. Dat kunnen familieleden, partners, maar ook goede vrienden, mentor of een vertrouwenspersoon die de cliënt zelf kiest zijn.
Voor naastbetrokkenen is het belangrijk dat zij informatie over de situatie van een cliënt krijgen. Dit geldt zeker als zij, in overleg met de cliënt, een rol spelen bij de ondersteuning. In dat geval moeten naastbetrokkenen tot op zekere hoogte geïnformeerd zijn, zodat zij adequaat kunnen handelen. Het maken van afspraken met de cliënt over welke informatie aan welke naastbetrokkenen wordt gegeven, is een belangrijk en terugkerend onderdeel van de hulpverlening. Het uitgangspunt is dat de cliënt naastbetrokkenen zelf informeert. De hulpverlener stimuleert de cliënt hiertoe en geeft ondersteuning indien nodig. Als een cliënt niet in staat is zelf naastbetrokkenen adequaat te informeren, maar dit wel wil, neemt de hulpverlener deze taak over.
1. De GGz Praktijk erkent het belang van het verstrekken van goede informatie aan naastbetrokkenen én erkent dat dit belang niet mag leiden tot aantasting van het recht op zelfbeschikking van de cliënt.
2. De GGz Praktijk legt in haar werkwijze en behandelprotocollen vast dat cliënt en hulpverlener afspraken maken over welke informatie aan welke naastbetrokkenen wordt verstrekt.
3. Als een cliënt geen afspraken wil maken over het informeren van naastbetrokkenen, gaat de hulpverlener actief na waarom dit het geval is. In gevallen waarin dit de hulpverlener redelijk lijkt, zal deze zich inspannen om de cliënt ervan te overtuigen dat het informeren van naastbetrokkenen wenselijk is. De hulpverlener respecteert de uiteindelijke keuze van de cliënt. Afspraken over informatieverstrekking, of het nalaten hiervan, worden vastgelegd in het dossier.
4. Naastbetrokkenen hebben het recht op het verkrijgen van niet - persoonsgebonden informatie. Wanneer een cliënt geen toestemming geeft voor het verstrekken van informatie aan naastbetrokkenen, verstrekt de GGz Praktijk informatie over de onderwerpen genoemd in tabel 1. Bij voorkeur wordt deze informatie verstrekt door een andere hulpverlener dan de hulpverlener van uw naaste.
Het zorgverleningsproces is ingedeeld in vier fasen: aanmeldingsfase, indicatie en behandelfase, afsluiting en overdracht. Bij elke fase hoort bepaalde informatie die zonder toestemming van de cliënt mag worden verstrekt.
Fase behandelproces |
Informatie |
Aanmeldingsfase |
Over het zorgaanbod: Over de rechtspositie |
Indicatie en behandelfase |
Geen informatie zonder toestemming |
Behandelfase |
Over de rechtspositie |
Afsluiting en overdracht
|
Over de rechtspositie |
Tabel 1: Niet-persoonsgebonden informatie (mag zonder toestemming cliënt worden verstrekt) Het betreft algemene informatie over de gang van zaken in de GGz Praktijk.</em >
5. Als de cliënt toestemming geeft voor het verstrekken van informatie aan naastbetrokkenen, kan deze betrekking hebben op de hieronder genoemde onderwerpen in tabel 2. Deze informatie is persoonsgebonden. Het is de verantwoordelijkheid van de hulpverlener en cliënt om afspraken te maken over de grenzen van de inhoudelijke informatieverstrekking en aan wie deze wordt verstrekt. Deze afspraken worden vastgelegd in het dossier en regelmatig geactualiseerd.
Fase zorgproces |
Informatie |
Aanmeldingsfase |
Zie tabel 1 |
Indicatie en behandelfase
|
Over het zorgaanbod: |
Behandelfase |
Over de hulpverlening: Over het behandelplan: Over de kosten: |
Afsluiting en overdracht
|
Over de afbouw: Over de vervolgprocedure: |
Tabel 2: Persoonsgebonden informatie (mag niet zonder toestemming cliënt worden verstrekt)</em >
6. Als een cliënt weigert persoonsgebonden informatie te verstrekken aan naastbetrokkenen, kan dit consequenties hebben voor de inhoud van zorg en behandeling. Naastbetrokkenen kunnen in dat geval geen of een beperkte rol spelen in het behandelproces. U kunt dan ook niet geïnformeerd worden of een behandeling wordt afgerond, dit is persoonsgebonden informatie.
Algemeen beleid valt onder niet-persoonsgebonden informatie. Beleid betrekking hebbende op een cliënt valt onder persoonsgebonden informatie.
Voor vragen kunt u terecht bij Jan Tenback, eerste aanspreekpunt en bestuurder van de GGz Praktijk. U kunt hem telefonisch bereiken via 026-3709822 of j.tenback@ggzpraktijk.nl.
U kunt mondeling bij de persoon in kwestie uw eventuele klacht naar voren brengen over een ongewenste gang van zaken. U kunt hiervoor ook bij Jan Tenback terecht om u hierbij te ondersteunen. Ook kunt u uw klacht bij Jan Tenback indienen, en gebruik maken van het klachtenreglement. Ons doel hierbij is: behoud of herstel van vertrouwen. U vindt ons klachtenreglement op de website van de GGz Praktijk, www.ggzpraktijk.nl.